Wat is voetbal

Voetbal is een sport waarbij 2 ploegen van 11 spelers een wedstrijd spelen op een groot veld. Eén zo’n ploeg bestaat uit 1 keeper en 10 veldspelers. De bedoeling is de bal in het doel van de tegenstander te krijgen. De bal mag je aanraken met je voet en je hoofd of een ander lichaamsdeel, maar niet met je handen en armen. De leiding is in handen van een scheidsrechter die onpartijdig toeziet of iedereen zich aan de spelregels houdt. Hij krijgt assistentie van 2 grensrechters, want hij kan niet alles zien wat er op het veld gebeurt.

scheidsrechter en grensrechter

Zij controleren of de spelregels goed worden uitgevoerd. De overtredingen worden bestraft door de scheidsrechter. Een gele kaart betekent: een waarschuwing. Als je 2 gele kaarten krijgt dan krijg je direct de rode kaart. Rood betekent: het veld uit. Je kunt ook direct een rode kaart krijgen door een heel erge overtreding te maken. Voor die speler die rood krijgt mag geen wisselspeler voor in de plaats komen. De grensrechter is een soort hulpscheidsrechter. Hij wijst met de vlag naar de kant waar de bal heen moet. Als speler team A de bal over de zijlijn speelt dan wijst de grensrechter naar de kant van de speelhelft van team A. Dat betekent dat team B de inworp krijgt. Hij geeft ook andere overtredingen aan voor de scheidsrechter, omdat de scheidsrechter niet alles kan zien. Er zijn 2 grensrechters, want er zijn ook 2 zijlijnen.

Het voetbalspel zelf

Doeltrap

Als een speler van team A de bal over de achterlijn van team B speelt krijgt team A de doeltrap. De keeper moet dan de bal in het veld schieten.

Hoekschop

Als een speler van team A de bal over je eigen achterlijn speelt moet team B een hoekschop nemen vanuit een kwart cirkel uit de hoek van het veld. Een hoekschop wordt ook wel een corner genoemd. Corner is een Engels woord en betekent hoek.

Inworp

Als een speler van team A de bal over de zijlijn speelt krijgt team B de inworp. Dan moet die speler de bal uit zijn nek met 2 handen het veld in gooien.

Vrije trap

Een vrije trap krijgt team A als team B een overtreding heeft gemaakt. Een overtreding maak je bijvoorbeeld door pootje te haken, te schelden, schoppen en slaan, te spugen naar iemand of de bal met je handen of armen aan te raken. Dan moet team B 9.15 meter van de bal staan.

Strafschop

Team B krijgt een strafschop als team A in zijn eigen strafschopgebied een overtreding maakt. Een strafschop wordt ook wel een penalty genoemd.

Buitenspel

Buitenspel is een moeilijke regel. Soms ben je dichter bij de achterlijn van de tegenstander van de bal. Dat is niet erg als er minstens 2 tegenstanders tussen de jou en de achterlijn staan. Staan die tegenstanders daar niet, dan is het voor jou helaas buitenspel. Op je eigen helft kun je nooit buitenspel staan en vanuit een ingooi kan dan ook niet.