De uitrusting

De spelers moeten zich goed kunnen bewegen in hun kleding. Ze hebben een wijd shirt aan en een wijde voetbalbroek. Iedereen heeft dezelfde kleding aan behalve de keeper. De keeper heeft een andere kleur kleding aan, omdat de spelers dan goed kunnen zien dat hij de keeper is. Alle leden van iedere club hebben dezelfde kleur shirt, voetbalbroek en kniekousen, en daaronder verplicht scheenbeschermers. Veel verenigingen hebben een sponsor. Zij geven de verenigingen geld en in ruil daarvoor komt de naam van de sponsor op het tenue te staan. Bij een wedstrijd dragen voetballers voetbalschoenen met noppen eronder, zodat je niet uit kan glijden. Vanaf de miniemen (vanaf 10 jaar) mag je voetbalschoenen met losse noppen gebruiken. Bij sommige clubs kun je aan de naam zien welke kleur kleding ze hebben. In Apeldoorn bijvoorbeeld ”Groen Wit”. De spelers van AGOVV worden ook wel ”De Blauwen” genoemd. Je hoeft dus niet te raden welke kleur het tenue van deze club heeft. De spelers van A.V.V. Columbia worden ook wel ”De Wespen” genoemd. Omdat het tenue geel zwart is. Als de thuisploeg dezelfde kleur kleding draagt als de uitploeg (dat is het team dat te gast is bij de thuisploeg), moet de thuisploeg van kleur kleding veranderen.

De spelregels

Elk team heeft 11 spelers, waarvan 1 keeper. De 10 veldspelers zijn verdeeld in aanvallers, middenvelders en verdedigers. Ze moeten zich verspreiden over het veld. Er zijn verschillende opstellingen. De opstelling kiest de trainer. Een ander woord voor ”opstelling” is ”formatie” of ”spelsysteem”. Electronisch wisselbord Delta FElk team heeft wisselspelers. De coach bepaalt wanneer er wordt gewisseld. Vooral bij blessures (dan kan een speler niet verder spelen) of als een speler moe is wordt er gewisseld. In een volwassen wedstrijd mag er 3x worden gewisseld. Bij jeugd maakt het niet uit hoe vaak er wordt gewisseld. Tegenwoordig wordt een wissel meestal aangegeven met een elektronisch wisselbord. Electronisch wisselbord Delta F Op het veld zijn niet alleen 2 teams met wisselspelers maar ook een scheidsrechter en 2 grensrechters met een vlag in de hand. Zij houden in de gaten of de spelregels goed worden uitgevoerd. Overtredingen worden bestraft. Zie hoofdstuk 6: ”spelregels”.

De wedstrijden

Voor volwassenen duurt een wedstrijd 90 minuten, dus 2x 45 minuten. Ze hebben 15 minuten pauze. Voor jeugd gelden kortere tijden.

De bal

De omtrek van de bal moet minstens 68 centimeter zijn en maximaal 71 centimeter. Het gewicht moet tussen de 410 en 450 gram zijn. De kleur is meestal wit. Bij sneeuw nemen de spelers een oranje bal. De bal is van leer of kunstleer. Bij een wedstrijdbal zit er een laagje plastic om. Dat zorgt ervoor dat er geen water in de bal kan komen, want dan zou de bal veel te zwaar worden.